Begin Pagina | Aover os | Oetsprake Pagina | Roggel B1 Kampioen | Vastelaovendj 2003 | Bie Briels en Anger fiesten | DJ Joppie's Hakkuhparty | Enquete | Links
Oetsprake Pagina

Hie vinjse de meist onneuzele oetspraken gemaaktj:

IN DE CATERGORIE WIRKWOORDEN/ OETSPRAKE
BEGAFFELEN
I {onov.ww.}
1 [inf.] vrijen, geslachtsgemeenschap hebben
2 [AZN] slaan, pijn doen
II {ov.ww.}
3 een kus geven => zoenen
1 (van mannen) geslachtsgemeenschap hebben met, seksueel gebruiken => beslapen
2 een of meer slaande bewegingen maken,martelen,pijn laten lijden of kwellen

DEKSELE
I {onov.ww.}
1 [inf.] vrijen, geslachtsgemeenschap hebben
2 [AZN] er iets toe doen
II {ov.ww.}
1 (van mannen) geslachtsgemeenschap hebben met, seksueel gebruiken => beslapen

GET OP DE HAOR DOON
1 opmerkzaam maken op gevaar of nadeel => de noodklok luiden
2 verwittigen, laten weten => een seintje geven
3 onder bedreiging vermanen

VAN UT TAPIJT AAN GAON
I {ov.ww.}
1 uit, van de genoemde plaats weggaan => afscheid nemen van
2 vertrekken van
3 (van personen) niet meer blijven bij => laten barsten, in de steek laten, laten zitten, in de kou laten staan, de rug toedraaien, de rug toekeren

MAAK DICH TOCH EIN VLEEG/ VANG DICH EINE BAER!
1 heengaan, zich van een bepaalde plaats verwijderen => vertrekken, op weg gaan, op pad gaan, zijn koffers pakken, ervantussen gaan, zijns weegs gaan, op stap gaan, 'm piepen, de kuierlatten nemen, ertussenuit knijpen, zijn hielen lichten, 't voor gezien houden, ervandoor gaan, zijn boeltje pakken, elders zijn heil zoeken, zijn biezen pakken
2 uit een dienst gaan, ontslag nemen => zijn mandaat neerleggen, zijn mandaat ter beschikking stellen
3 Iem. zeggen dat hij een grapje moet maken, het niet serieus moet kunnen menen

DUS DOE MINS UT DICH WAAL!
1 in ernst bedoelen
2 bedoelen, voorhebben
3 veronderstellen, vermoeden => een standpunt huldigen
4 niet kunnen geloven dat de betref. pers. zoiets gedaan heeft

BLAOKE
I {onov.ww.}
1 rook afgeven
2 dampen,uitwasemen
3 (van genotsmiddelen) een geur verspreiden
II {}
1 (de rook van tabak) inzuigen en uitblazen
2 (voedingsmiddelen) in de rook hangen

SJERPE KAL DOON
(onov.ww.) [inf.]
1 obscene taal uitslaan => vuilbekken

BLAOZE
I {}
1 (een man) met de mond seksueel bevredigen => afzuigen

NIX DAO HUBBE
1 het niet zijn en het niets zijn
2 [schr.] kleinigheid
niets2 (onb.vnw.)
3 geen enkel ding, geen enkele zaak => niks, noppes, geen bal, geen barst, geen biet, geen bliksem, geen cent, geen donder, geen flikker, geen fluit, geen greintje, geen klap, geen mieter, geen moer, geen pest, geen reet, geen sikkepit, geen snars, geen spat, geen steek, geen tittel of jota, geen zak, geen zier
4 volstrekt niet => niks
5 [inf.] helemaal
6 onbelangrijk
er niet toedoen (het ~)
7 ledigheid, werkeloosheid
8 iem. die nergens voor deugt => flierefluiter, lanterfanter, leegloper

NOG TE ONNEUZEL VAOR ONGER DE NASJ ZEEN
1 onervaren en dus gemakkelijk te bedriegen => naief, groen
2 dom
3 onbeduidend
4 [g.mv.] gebrek aan ervaring en doorzicht => domheid, naiviteit

DOE VERKUPS MICH GEIN APPELE VAOR CITROENE
1 De zaak nauwlettend in de gaten houden.
2 In de gaten hebben bedrogen te worden.

UNNE MAKKUS LEGKE [inf.]
1 (lichamelijke afvalstoffen) lozen via de anus => kakken, drukken, schijten, zijn behoefte doen, een grote boodschap doen, bah doen, zijn gevoeg doen
2 [in Belg.] geslachtsgemeenschap hebben

ZOEPEN
I {onov.ww.}
1 zich te buiten gaan aan alcoholische dranken
II {ov.ww.}
1 [inf.] [ook abs.] drinken
2 door overmatig drinken in zekere toestand brengen

TE ONNEUZEL VAOR ONGER DE NASJ ZEEN
1 onervaren en dus gemakkelijk te bedriegen => naïef
2 dom
3 onbeduidend
IN DE CATEGORIE WAORDJ:
STATIONAIR
sta-t-io-nair(bn.)
1 stilstaand
2 op de plaats blijvend
3 altijd

AOM / ZWAER
(de ~ (m.))
1 sofdrug, bestaande uit gedroogde hennep

GEZEIVER
(de ~ (m.))
1 onzinnige praat => zottenklap, nonsens, wartaal, larie, lariekoek, holle frase

HAOLE PENANTIE
1 geldzuchtig, inhalig mens => krent, krentenkakker, schraper, vrek

SJERP
1 [inf.] een zeer sterke geslachtsdrift voelend of opwekkend => heet, wellustig, wulps
2 (van grond) zeer of overmatig vet
3 (van gewassen) zeer of overmatig welig

HUGE (~uitspraak JUU-GE)
(bn.)
1 reusachtig

SABEL
(de ~ (m.)) [inf.]
1 penis
2 sul, sukkel

NASJ
Indisch gerecht bestaande uit in olie gebakken rijst met fijn gesneden groente, vlees, uien enz. => nasi goreng

HERDOR
1 zelfstandig optredend menselijk wezen => individu
2 [jur.] menselijk wezen of lichaam (vereniging enz.) met rechten en plichten die door de wet erkend worden
3 personage
4 betekenis afhangende van het bijv. nw. =>Zieke,makke,sjael enz.

SJNATSE
1 (een stimulerend middel) innemen via de neus
2 (snuiftabak) gebruiken

ZP
Afk. voor Zwoele Paegel =>
I {de ~ (m.)}
1 buitensporig vrouwelijk aandoende homofiel => mietje

COMMUNIE PIEMEL
(de ~ (m.)) [inf.]
1 slijmerd => huichelachtig, kruiperig, overdreven vriendelijk persoon => slijmbal, slijmjurk
2 bangerd

SJIEVUH
(de ~)
1 hallucinerend middel, afgeleid van amfetamine, dat een gelukzalig gevoel en onbedwingbare hang naar liefkozing teweegbrengt => XTC

JOS
(de ~ (m.))
1 cafehouder => eigenaar van een cafe => kastelein
2 openbare gelegenheid waar men dranken kan gebruiken => kroeg, taveerne

KNOEAR
1 onsierlijk van uiterlijk => plomp
2 onhandig, onbeholpen
3 zeer onbeleefd => uit de klei getrokken
4 onbeschaafd
5 dom

SIES
1 penis
2 sul, sukkel
3 heum

Wancker
1 iem. die of dier dat jankt => huilebalk